Voor u ligt de Voorjaarsrapportage. Een P&C product dat gezien de huidige onzekerheden vanwege de coronacrisis, voor 2021 aan de Staten is toegezegd in aanvulling op de reguliere P&C cyclus. Met het extra P&C moment wordt beoogd om waar mogelijk en passend adaptief in te spelen op de actualiteit. De Staten kunnen daardoor met betrekking tot de financiële voortgang van de huidige begroting hun rollen als kadersteller, volksvertegenwoordiger en controleur eerder uitoefenen. Het is van belang om te realiseren, dat de Voorjaarsrapportage gaat over de actualiteiten van de eerste 3 maanden met een doorwerking voor de rest van 2021.
Op 7 april jongstleden besprak u in de commissie BEM de statenbrief (2021BEM55) waarin wij de gevolgen aangaven van het Coronavirus voor de provinciale organisatie. In de brief meldt GS dat de organisatie door de lange duur van de lockdown maatregelen onder druk staat en sommige van onze voorgenomen activiteiten zullen vertragen. Wij hoopten toen, bij deze voortgangsrapportage over het eerste kwartaal meer informatie te kunnen verstrekken over de mate waarin beleidsdoelen vertraging oplopen alsook de voortgang op de vertragingsfactor van 2% die is opgenomen in de programmabegroting 2021. Dat is - juist door die grote werkdruk - helaas niet mogelijk gebleken. In de eerste vier maanden van dit jaar werd van alle teams (naast het reguliere werk) bovenal informatie gevraagd voor de jaarstukken 2020, voor de Kadernota 2022-2025 en de financiële schets tot en met 2040. Daarbij is voor het eerste kwartaal van 2021 wel beoordeeld, waar gegeven de prioriteiten bijsturing nodig is, maar niet een volledige inventarisatie gemaakt van prestaties die vertragen. Dit beeld wordt wel opgehaald bij de Zomernota 2021.
In de Voorjaarsrapportage worden geen prognoses gegeven over de verwachte realisatie aan het einde van het jaar. De inventarisatie is tenslotte niet gericht op het schetsen van een volledig tussentijds beeld, maar op het bijstellen van de begroting 2021 waar nodig.
Wat wij momenteel wel weten is dat de totale impact van de bijstellingen in de voorliggende Voorjaarsrapportage leidt tot een positief begrotingssaldo van €4,3 mln.