Voor u ligt de Voorjaarsrapportage over het eerste kwartaal 2021. In deze lichte Voorjaarsrapportage zijn de volgende actualiteiten na vaststelling Programmabegroting 2021 verwerkt:
- Besluitvorming jaarrekeningresultaat 2020;
- Meerjarige financiële effecten uit jaarrekening 2020;
- Saldo neutrale technische aanpassingen;
- Circulaires (september en december) en gevolgen voor algemene uitkering provinciefonds;
- Afwijkingen die niet bijgestuurd kunnen worden zonder goedkeuring van PS;
- (Recente) Statenvoorstellen met financiële consequenties.
Besluitvorming jaarrekening 2020
In het statenvoorstel voor vaststelling van de jaarrekening 2020 zijn ook de dekkingsvoorstellen, bestemmingsvoorstellen van het positieve jaarresultaat 2020 en vrijval van reserves opgenomen. De bestemmingsvoorstellen hebben hoofdzakelijk betrekking op activiteiten die in 2020 zijn gestart maar worden afgerond in 2021 en daarmee tot realisatie leiden. Het aannemen van de bestemmingsvoorstellen bij de behandeling van de jaarstukken 2021 leidt tot een incidentele verhoging van de budgetten in 2021. Ten behoeve van de Voorjaarsrapportage 2021 is het uitgangspunt gehanteerd, dat u instemt met alle voorgestelde bestemmingsvoorstellen, Mocht u echter bij het statenvoorstel van de jaarstukken 2020 een andere bestemming vaststellen heeft dat ook effect op deze voortgangsrapportage.
Meerjarige financiële effecten uit jaarrekening 2020
Bij analyse van de jaarrekening zijn diverse meerjarige financiële effecten geïdentificeerd die voor de juistheid van de jaarschijven verwerkt dienen te worden. De grootste bijstelling voor 2021 heeft betrekking op de Regiodeals Vitale Wijken (programma 1: Ruimtelijke Ontwikkeling), te weten €3,8 mln. Dit heeft te maken met de toen geldende subsidieregels waardoor de volledige lasten bij de jaarrekening 2020 zijn verantwoord.
September en decembercirculaire 2020
De uitkomsten van de september en decembercirculaire 2020 van het provinciefonds zijn in de Voorjaarsrapportage verwerkt.
Saldo neutrale technische aanpassingen
In deze Voorjaarsrapportage zijn er diverse technisch neutrale aanpassingen doorgevoerd. Voorbeelden zijn centralisatie wervingsbudget, de stijging werkgeverslasten ten laste van de stelpost voor stijging lonen en prijzen en kasritmewijzigingen.
Afwijkingen die niet bijgestuurd kunnen worden zonder goedkeuring van PS
Hierbij gaat het om afwijkingen die onuitstelbaar en onvermijdelijk zijn of vanuit oogpunt adaptief bij te sturen (politiek) bestuurlijk gewenst. Zo heeft Programma 8 Economie € 0,750 mln. hogere lasten t.b.v.de Vroegfasefinanciering (gewenst) en Programma 10 Overhead € 1,9 mln. aan inkomstenderving vanwege het vertrek van de grootste huurder (ABN AMRO Bank) in het Huis voor de provincie (onvermijdelijk). Dit heeft geleid tot het vrijkomen van vier werketages.
Statenvoorstellen met financiële consequenties
Dit betreft Statenvoorstellen waar een beroep wordt gedaan op de algemene middelen. Hieronder vallen ook de voorstellen met een onttrekking uit de Reserve Corona flankerend beleid. Bij de programmabegroting 2021 is een reserve voor ‘Corona flankerend beleid’ ingesteld van €15 miljoen. In de eerste drie maanden zijn er zes voorstellen gedaan voor een bedrag van € 6,1 miljoen. Enkele voorstellen zijn al vastgesteld door PS, sommige liggen nog ter bespreking en vaststelling voor. U treft de (voorgenomen) data in PS tussen haakjes achter het voorstel. Het betreft de volgende voorstellen uit het Programma Economie:
- REACT-EU (€ 0,2 mln.) (PS van 2 juni)
- Cofinanciering storting participatiefonds ROM regio Utrecht (€ 2 mln.) (PS van 2 juni)
- Versterking vitaliteit binnensteden, dorpskernen en winkelcentra (€ 1,8 mln.) (PS 3 maart j.l. besloten)
- MKB-beleid opvolging (€ 0,5 mln.) Statenvoorstel volgt binnenkort, voor de zomer.
- Vuelta (€ 0,25 mln.) (PS 27 januari j.l. besloten)
- Herstel en versterking zakelijk toerisme (€ 0,750 mln.) (PS van 2 juni)
- Uitvoering Human Capital Agenda (€ 0,5 mln.) (PS van 2 juni)
- Cofinanciering storting participatiefonds ROM regio Utrecht (€ 2 mln.) (PS van 2 juni)
Meerjareninvesteringsplan
Er is een aantal bijstellingen op het gebied van investeringen. Deze zijn terug te vinden in programma 5 Bereikbaarheid algemeen, programma 6 Bereikbaarheid-OV en programma 10 Overhead.
Aanpassingen MIP Mobiliteit
De investeringen uit het MIP Mobiliteit 2021 zijn geactualiseerd. Bij programma 5. Bereikbaarheid I – Algemeen wordt voorgesteld een aantal nieuwe projecten op te nemen en het investeringsbudget van een aantal investeringen bij te stellen. Bij programma 6. Bereikbaarheid II - Openbaar vervoer wordt voorgesteld in te stemmen met de restwerkzaamheden die benoemd zijn bij de beëindiging van het project Uithoflijn. Voor beide programma’s geldt dat ook het kasritme is geactualiseerd voor 2021.